Van Natuurbeschermingswacht tot I.V.N.
Dit is de kop van het toenmalige Bondstijdschrift.
In1961 werd dit tijdschrift omgevormd tot 'Mens en Natuur'.
Hierboven de kop van het gestencilde blad, dat in 1953 een 'echt tijdschrift' werd.
Kort overzicht
1936 - | De eerste 'Wacht' wordt opgericht in het Gooi. | |
1938 - | 'Comité tegen Verontreiniging van Natuur en Stad' opgericht | |
1939 - | Comité omgevomd tot de 'Bond tegen Verontreiniging van Natuur en Stad' | |
1948 - | De naam wordt gewijzigd in 'Bond van Natuurbeschermingswachten' | |
1954 - | Jan Nijkamp volgt Joh. H. van Burkom op als voorzitter | |
1960 - | De Bond wordt omgevormd tot het I.V.N. |
Ontstaan van de Bond van Natuurbeschermingswachten
Met het stijgen van de welvaart in de eerste decennia van de 20e eeuw nam ook het aantal bezoekers van natuurgebieden en landgoederen toe. Maar lang niet iedereen gedroeg zich daarbij netjes! Diverse organisaties probeerden daar wat aan te doen, bijvoorbeeld door de affiches uit te brengen als: 'Laat niet als dank ...'.
Sommigen wilden méér doen tegen de 'aantasting van het landschap' en het gedrag van bezoekers waar nodig corrigeren. Zij verenigden zich in een 'Wacht'.
- 1936 - De eerste 'Wacht' werd in Het Gooi opgericht. Deze was vooral actief in Het Gooisch Natuurreservaat . Doel was "het tegengaan van verontreiniging en vernietiging van natuurschoon". De leden waren vrijwilligers boven de 20 jaar.
- Dit initiatief vond weerklank. Op 10 december 1938 werd onder auspiciën van de ANWB, de VNG, Natuurmonumenten, de NNV en andere organisaties het Comité tegen Verontreiniging van Natuur en Stad opgericht.
- 1939 - Op 25 maart werd dit Comité omgevormd tot de 'Bond tegen Verontreiniging van Natuur en Stad'. In deze bond verenigden zich de eerste natuurwachten, die in het veld werkzaam waren.
- 1948 - De naam werd op de Algemene Ledenvergadering van 18 september gewijzigd in 'Bond van Natuurbeschermingswachten', gevestigd te Den Haag. In deze Bond waren de natuurbeschermingswachten (NBW) georganiseerd. Het verenigingsblad droeg de naam 'De Natuurbeschermingswacht'.
Wat was de Natuurbeschermingswacht en hoe werkte die?
De natuurbeschermingswachters riepen recreanten tot de orde als die de natuur aantastten, bijvoorbeeld door afval te gooien. Ze waren op deze wijze ondersteunend voor het toezicht door politie en bos- of parkwachters.
- Doelen van de Bond
- Wat was een NBW?
- Groei en Geld
- Voorzitters
- De Wachter
- X-sluit
In zijn Statuten van 1949 stelt de Bond deze doelen. |
De 'Natuurwachtershut' bij Wijlre, Zuid-Oost-Limburg op de zuidhelling van het Geuldal, ca. 1953. Dit was het 'honk' van de lokale Natuurwacht. Wachters gebruikten de hut ook om mensen die zich niet goed gedroegen, iets meer te vertellen en te tonen van de natuur. In feite was dan sprake van educatie. |
Natuurwachten waren verenigingen waarvan de leden in het veld werkzaam waren als natuurwachter (later: 'natuurbeschermingswachter'. Doel was recreanten die zich misdroegen, tactisch te wijzen op de fouten. De natuurwachten waren vrijwilligers. De natuurwachters hadden een armband, een penning en een speciale natuurwachterskaart. Elke natuurwacht had een leider. Die stelde de roosters op en maakte verslagen van de bevindingen van de wachters (zie onder). De natuurwachters merkten al snel dat met alleen waarschuwen het publiek nauwelijks te motiveren was het gedrag te veranderen. Vaak kwam het dan toch tot een gesprek dat een educatief karakter kreeg. |
Hiernaast een verslag uit 1953, toen het 'tijdschrift' van de Bond nog bestond uit gestencilde blaadjes. |
Uit een jaarverslag van een natuurwachtleider: 'In 1958 werden door onze medewerkers 7307 waarschuwingen gegeven, welke in vele gevallen niet altijd met waardering door het publiek werden beantwoord. De waarschuwingen omvatten onder meer: 3404 keer plukken van plantdelen, 1275 verontreinigingen van landelijke eigendommen, 401 keer nestroof, 306 keer roken in bos en heide.' |
|
Als voorzitter van de Bond had Van Burkom de titel 'Hoofdleider'. |
Dr. Johan Hendrik van Burkom (1880-1967) had vooraanstaande functies in verschillende natuurhistorische organisaties. Hij was voorzitter van de (K)NNV (1923-1949) en van de Bond van Natuurbeschermingswachten, met de titel 'Hoofdleider'(1938-1954). In beide functies is hij opgevolgd door Jan Nijkamp. Er was zo van begin af aan sprake van een nauwe 'personele unie' van de twee organisaties. |
Jan Anton Nijkamp (1905-1982) was een van de bevlogen mensen in de natuurbescherming die zich vóór alles bewust waren van de grote waarde en de noodzaak van natuureducatie. Mensen moesten wéten wat natuur is en wat die betekent, maar dan op een leuke, aanschouwelijke en directe wijze. Daardoor konden beleving van en waardering voor de
natuur ontstaan. Hij was een 'leider van nature', had een vanzelfsprekende autoriteit en kon mensen inspireren. Hij was jarenlang voorzitter van de KNNV (1949-1967), van de Bond van Natuurbeschermingswachten (1954-1960) en daarna van het IVN (1960-1972). Bovendien was hij een zeer goed veldbioloog die onder meer vele kampen van de KNNV coördineerde. |
Jan Nijkamp was voorzitter van de Bond 1954-1960 en daarna nog jaren van het I.V.N. (hier in 1975). |
Joh. H. van Burkom en een jonge Jan Nijkamp in een (K)NNV-kamp in de late dertiger jaren.
De Bond had naast Statuten en Huishoudelijk Reglement ook een Natuurwachtersreglement. Daarin waren onder meer de eisen vastgelegd waaraan een wachter moest voldoen. |
Jan Nijkamp (Mens en Natuur 31(5):102-105, 1980): "Wie wachter wilde worden moest te goeder naam en faam bekend staan, en geen aanmerkingen op zijn conto hebben qua 'zedelijk gedrag'. Pas als het politie-onderzoek gunstig uitviel en de leider van de Wacht ter plaatse meensen in gunstige zin te kunnen adviseren, kreeg de betrokkene van de Hoofdleider van de Bond een van een foto voorzien 'identiteitsbewijs', dat getekend moest worden door het hoofd van de politie ter plekke. (...) hij kreeg een penning en een groene armband, die hem in het veld herkenbaar maakten. Wachters mochten alleen optreden in gebieden waarvan de eigenaren instemden met deze hulp." |
Ton Lommers, bouwjaar 1942 en Hagenees, had van jongs af aan grote belangstelling voor natuur en natuureducatie. Dat heeft hij vele jaren actief uitgedragen in het onderwijs en het IVN, als gids, docent, auteur en begeleider. Interview 2014; 3:17 |
Van Bond naar I.V.N.
In de jaren vijftig ontstond het besef dat meer voorlichting en vooral educatie noodzakelijk waren. Het grote publiek moest erbij betrokken worden, en daarvan was Jan Nijkamp een groot voorstander. Hij vond een medestander in Jaap van Dijk.
Nijkamp was vanaf 1949 voorzitter van de KNNV en zat van daaruit in het bestuur van de Bond van Natuurbeschermingswachten, waarvan hij in 1954 ook voorzitter werd.
In het bestuur van de Bond zat ook Jaap van Dijk, als vertegenwoordiger van Natuurmonumenten en van de Contact-Commissie. Zij kenden elkaar al vanuit de Leiderskampen van de KNNV. Zij deelden in hoge mate hun ideeën over het verbreden van de natuurbeschermingsgedachte.Jan Nijkamp zegt daarover in zijn afscheidstoespraak op de Algemene Vergadering van het I.V.N. in 1972 over zijn samenwerking met Jaap van Dijk:
"Ons beider zorg was dat er aan de opvoeding tot natuurwaardering en tot besef van de eindigheid van de natuurlijke hulpbronnen door de bestaande vereniging zo weinig werd gedaan. Wij zaten samen in -schrikt U niet!- het Comité ter bevordering van de verbreiding van de Natuurbeschermingsgedachte, ingesteld door de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming. De resultaten van het werk van dit Comité waren omgekeerd evenreding aan de lengte van de naam: er gebeurde niets."
Nijkamp en Van Dijk hebben geprobeerd verschillende verenigingen te betrekken bij deze gedachte. Zij spraken met organisaties als Natuurmonumenten, KNNV, VNG, ANWB. Ze vonden voor hun ideeën echter weinig weerklank.
- KNNV
- Natuurmonumenten
- X-sluit
Dit boek werd uitgegeven bij het 80 jarig bestaan van de KNNV (1981), auteur: Jan Nijkamp. Hierin komt het rapport 'Quo Vadis' ter sprake - de contouren van een 'natuurgids'. |
Binnen de KNNV zijn er discussies geweest over het breed verspreiden van kennis en educatie, tot buiten de vereniging. Immers, één van de doelstellingen van de KNNV is altijd geweest: 'het verbreiden van de kennis van de natuurlijke historie, ook buiten onze eigen kring.' Nijkamp, gesteund door Van Dijk, bracht daarna het idee van een 'cursus natuurgids' in de Bond. Die zou daarvoor hervormd moeten worden. |
Mr. M.C. Bloemers (hier 1953) was hoofd van de Afdeling Natuurbescherming van het Ministerie van OK&W. Hij was van mening dat er een derde vereniging moest komen, naast NM en de Contact-Cie, die zich geheel moest wijden aan educatie. Bloemers was vaak aanwezig bij de algemene vergaderingen van de Bond. De successievelijke ministeries hielden zich met natuurbescherming en -educatie bezig!
|
In de jaren vijftig groeide het idee dat ook NM een te beperkt doel nastreefde: teveel aandacht voor aankopen en beheren van terreinen. Er moest ook iets gebeuren aan het verbeteren van de mentaliteit van de Nederlanders inzake de beleving van en waardering voor de natuur. Toen Jaap en Jan concrete plannen ontwikkelden om de Bond van Natuurbeschermingswachten om te vormen tot een meer educatief instituut, hadden zij twee doelen: NM wilde het eerste steunen, maar het tweede niet - dat zou teveel concurrentie betekenen. Maar in het algemeen steunde NM het I.V.N. vanaf de oprichting:
Pas na vele jaren begon Natuurmonumenten zelf ook aan voorlichting (en educatie) te doen. |
In 1960 bestond Natuurmonumenten 55 jaar. De Vereniging bezat toen 60 terreinen, tezamen 14.300 ha; bij een aantal leden van circa 31.000. (Ter vergelijking: In 1920 telde NM 5000 leden. In 2013 bezat de Vereniging 355 terreinen, tezamen 105.022 ha; en 735.000 leden.) De grote groei van Natuurmonumenten had eerst plaats van af de jaren '60, toen het milieubesef breed doordrong. |
Uit: '80 Jaar KNNV', pag. 198. Hier wordt in het rapport 'Quo Vadis'
voorgesteld een natuurgidsencertificaat in het leven te roepen.
In feite worden hier de contouren van een natuurgidsencursus geschetst!
Nijkamp en Van Dijk lanceerden toen het plan de Bond om te bouwen tot een instituut dat zich veel meer met educatie bezig zou houden, maar wel mét behoud van de eigen activiteiten. Het lag ook voor de hand: de Bond was een organisatie van vrijwilligers, die in het veld werkzaam waren en die geleidelijk aan toch al meer aan voorlichting en educatie deden. De Bond moest een organisatie van werkers blijven, maar de wachters zouden nu duidelijk meer 'natuurgidsen' worden. En er zouden nieuwe gidsen worden opgeleid.
Het heeft -in de woorden van Jan Nijkamp- veel overredingskracht gekost om de Natuurbeschermingswachten te overtuigen van de zin van de verandering. Het is een proces van jaren geweest. Er was veel onzekerheid. Maar in de loop van 1959 en 1960 ging het echter snel.
In een bestuursvergadering in september 1959 worden de contouren van het nieuwe instituut geschetst. Daarin wordt ook voorgesteld een opleiding tot natuurgids te maken. Toen wilde men daar niet een 'soort examen' aan verbinden. Het hoofdbestuur diende wel te zorgen voor materialen voor zo'n opleiding.
- Januari 1960
- Maart 1960
- Mei 1960
- Ontplooiing
- Statuten
- Over de naamgeving
- X-sluit
Na veel overleg is er een duidelijk voorstel tot reorganisatie gekomen teneinde de Bond om te vormen tot een Instituut voor natuurbeschermingseducatie. Dit stuk is gedateerd op 23 januari 1960. Het voorstel moet worden besproken in de Algemene Vergadering van maart 1960. Jaap van Dijk was lid van het DB en functioneerde ook als secretaris.
|
In de Algemene Vergadering van 12 maart 1960 werd het voorstel tot omvorming van de Bond ingediend en besproken. Helaas zijn de notulen van deze (en trouwens ook de andere) vergaderingen verloren gegaan! |
In deze belangrijke vergadering moet de uiteindelijk beslissing vallen of de Bond omgevormd zal worden tot het I.V.N. Ook van deze bijeenkomst zijn de notulen verloren gegaan. Maar wel is de beslissing gevallen: de Bond van Natuurbeschermingswachten wordt daadwerkelijk omgezet in het I.V.N. |
Het Bureau wordt overgebracht naar Amsterdam, Herengracht 540 (NM). Voorheen deed het echtpaar Jansma (te Hoogwoud) het administratieve werk. Jaap van Dijk krijgt voorlopig de leiding (binnen zijn aanstelling bij NM). Harry Wals wordt aangesteld als organisatorisch medewerker. Frits Bink is werkzaam als bureaukracht, en werkt daarnaast ook voor NM. |
Gedurende de zomer en de herfst van 1960 is hard gewerkt om het nieuwe I.V.N. juridisch en organisatorisch handen en voeten te geven. In december werd een Studiecommissie ingesteld die onder meer naar de vormgeving van de 'opleiding natuurgids' gaat kijken.
|
Hier een fragment uit de Statuten zoals die op 29 december 1960 gepasseerd zijn. |
Het Nivon is opgericht in 1904. Het bestaat nog steeds. |
Jaap van Dijk was afkomstig uit het Nivon - het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk. Het Nivon is voortgekomen uit het Instituut voor Arbeidersontwikkeling (IvAO), uit "De Natuurvrienden" en de Arbeidersreisvereniging. Dit waren alle organisaties uit de sociaal-democratische hoek, en - vroeger- nauw verbonden met de SDAP, later PvdA. Jaap van Dijk was bestuurslid geweest van het IvAO en had daar met volle overgave gewerkt. Hij was erg gehecht geraakt aan de naam 'Instituut' (idealen!). Ook ontstond in de vijftiger jaren de term 'natuurbeschermingseducatie'. Aangezien niemand een passender naam kon bedenken, startte de vernieuwde Bond als I.V.N. (met puntjes!!!) |
Op 21 mei 1960 is definitief besloten de Bond te reorganiseren. Deze dag geldt dan ook als de geboortedatum van het I.V.N.
In 1961 krijgt het tijdschrift van de 'Vereniging van Natuurwachten en Natuurgidsen', ofwel het Instituut van Natuurbeschermingseducatie, een nieuwe naam. De nieuwe naam weerspiegelt de nadruk die Jan Nijkamp voortdurend heeft gelegd op het belang van een goede relatie tussen Natuur en Mens.
De jaargang telt echter wel door vanaf het begin van 'De Natuurbeschermingswacht'.