Organisatie - Ontplooiing

Van een kleine club groeit het IVN vanaf 1960 in twintig tot dertig jaar uit tot een grote organisatie. Er komen meer afdelingen en meer leden, die meer en diversere activiteiten ontplooien. 'Het werkveld wordt breder'.
Er komen ook meer beroepskrachten. Rond 1985 zijn er circa 50 personen in dienst, tezamen ongeveer 35 FTE. De financiële omvang groeit mee, maar het blijkt elk jaar opnieuw moeilijk een sluitende begroting te maken en te realiseren.

Beleid voorbereiden en uitvoeren is daardoor complexer geworden, te meer omdat de belangen en interessen van beroepskrachten en van vrijwilligers-in-de-afdelingen soms uiteenlopen.

 

Aansluiting bij de Stichting Natuur en Milieu

1981 - De discussie ontbrandt of het IVN zich moet aansluiten bij de Stichting Natuur en Milieu.

Natuur en Milieu Logo

Stichting Natuur en Milieu bestaat nog altijd. Klik op de afbeelding.

De Stichting Natuur en Milieu, opgericht in 1972, stelt zich ten doel: 'de bescherming en het beheer van natuur, landschap en milieu, alles in de ruimste zin'. Zij tracht haar doel te bereiken onder meer door kritische en constructieve begeleiding van overheidsbeleid, stimulering, coördinatie en ondersteuning van activiteiten en groepen en personen, mobilisatie van de publieke opinie en het bevorderen van milieubewust gedrag door educatie, voorlichting en informatie.
Bij deze stichting kunnen landelijke organisaties zich aansluiten die een vergelijkbare doelstelling hebben. Er zijn bij de stichting 11 provinciale milieufederaties aangesloten.

Aangesloten organisaties blijven gewoon zelfstandig, maar dienen wel de gemeenschappelijke uitgangspunten te onderschrijven. Die komen neer op kritisch volgen van overheidsbeleid, zonder binding met belangengroepen of politieke partijen.

In 1981 was de vraag: moet het IVN zich bij Natuur en Milieu aansluiten? Deze discussie heeft lang geduurd. Regelmatig verschenen er artikelen over in Mens & Natuur. Het ging er soms emotioneel aan toe, zoals organisatieconsulente Nel Bouwhuijzen bij haar afdelingsbezoeken meerdere malen meemaakte.

  • Discussies
  • Nico van der Veen
  • Hugo Bunte
  • Nel Bouwhuijzen
  • Meeuwengesprek
  • Afloop
  • X-sluit

Aktie Kalkar

Voorbeeld van een actie was het protest tegen de snelle kweekreactor Kalkar, in Duitsland net over de grens bij Arnhem. Er was een gigantisch verzet tegen deze reactor. Uiteindelijk is het project niet doorgegaan. Het is nu een centrum voor vergaderingen, partijen en vakanties.

Moest het IVN nu vóór of tégen aansluiting bij Natuur en Milieu zijn?

  • Het Bestuur was vóór. Het IVN, zo stelde het Bestuur, heeft educatie als allerbelangrijkste doel, en natuur en milieu kun je niet scheiden. Het IVN noemt zichzelf een 'vereniging ter bevordering van het milieubesef'. "We blijven bovendien zelfstandig, dus ...."
  • Vele afdelingen (en hun leden!) waren tégen. Stichting Natuur en Milieu was veel meer op actie gericht, en de tegenstanders van aansluiting zien grote problemen met de koppeling van actie en educatie. Het publiek zou snel actiemoe (kunnen) worden, maar nog niet educatie-moe. Het publiek zou zich ook kunnen afkeren van acties, dus ook van het IVN.
  • De WVK (Werkgroep van Kampstafleden) was vóór, want beschouwde de aansluiting als een logische stap naar verbreding van het werkveld. De jeugd was sowieso meer tot acties bereid!
  • De WVS (Werkgroep van Schoolbiologen) was tégen, want bang voor een te grote vermenging van actie en educatie en de mogelijkheid dat het IVN tegen zijn zin toch betrokken zou worden in een actie waar men eigenlijk niet zo erg voor zou zijn.

In feite paste deze discussie in de pijnlijke overgang van 'groen' naar 'grijs'....

Nico van der Veen, voorzitter van het IVN 1977-1983, vertelt hier over hoe de gang van zaken is geweest inzake de aansluiting bij Natuur en Milieu. Hij karakteriseert deze stichting, geeft ook enkele standpunten weer, en wat zijn eigen rol is geweest in de discussie.

Interview 2014; 2:02

Interview 2013; 1:38

Hugo Bunte werkte vanaf 1974 bij het IVN en werd in 1981 adjunct-directeur. Hij heeft de ontwikkelingen vanaf de jaren '70 van heel dichtbij meegemaakt en 'meegestuurd'. Hier vertelt hij hoe rond 1980 er verschillende spelers in de markt waren die als concurrenten van het IVN te beschouwen waren: het LSNME (gehuisvest op het Damrak, Amsterdam), LMO en natuurlijk de Stichting Natuur en Milieu.
Hugo vertelt ook hoe binnen het I.V.N. aangekeken werd tegen de mogelijke aansluiting bij Natuur en Milieu.

Nel Bouwhuijzen was organisatieconsulente van het IVN van 1981-1995. Zij bezocht de afdelingen en bood begeleiding bij de organisatorische zaken. Zij streek ook nogal eens plooien glad zowel binnen de afdelingen als tussen de afdelingen en het Dagelijks / Algemeen Bestuur en het Landelijk Bureau. Zij heeft meegemaakt hoe binnen de afdelingen discussies over 'meer milieu' verliepen. Daarover gaat dit fragment.

Interview 2013; 1:25

Aansluiting Tekst

In de nummers van Mens & Natuur verschenen diverse artikelen over de voors en tegens van de aansluiting bij de Stichting Natuur en Milieu.
Eén artikel daarvan was geïllustreerd met een serie afbeeldingen van 'pratende meeuwen' om de discussie was luchtig en transparant te maken.

Hieronder staat die 'meeuwendiscussie' in 10 plaatjes. Met de teken < en > ga je er handmatig doorheen. Met het centrale teken gaat de 'show' automatisch lopen en met || stop je dat weer.

 

Aansluiting Stemming

Wel of niet aansluiten? Gespannen aandacht van de zijde van de Stichting Natuur en Milieu bij het tellen van de stemmen.

"De discussie over wel dan niet aansluiten dwong de leden eens stil te staan bij hun eigen activiteiten en die van hun afdeling bij de realisering van de doelstellingen van het Instituut. Het was alles bij elkaar een moeilijke zaak, er werden in 1981 twee Algemene Vergaderingen aan gewijd. Uiteindelijk werd in de AV van oktober 1981 (bij stemming: 1700 stemmen voor, 800 tegen) besloten bij het Bestuur van Natuur en Milieu een verzoek tot aansluiting in te dienen. In april 1982 werd het IVN. welkom geheten als aangesloten organisatie."

(Jaarverslag 1981)

Op de tabbladen meer over de (soms hevige) discussies en standpunten inzake de aansluiting.

 

Jubileum 1985

Toespraak Minister Braks

Het IVN bestaat 25 jaar. Afdelingen organiseren eigen "jubileum-activiteiten". In Apeldoorn wordt in het weekend van 13-15 september een groot landelijk feest gevierd. Op de vrijdagavond had in de Schouwburg Orpheus het officiële gedeelte plaats.

Minister van LNV Gerrit Braks hield een toespraak waarin hij kort de betrokkenheid van de overheid met het NME-werk aangaf, waarbij het I.V.N. nadrukkelijk noemde en waarin hij ook nog enkele cadeaus had (zie tabblad hieronder). Tevens reikte hij enkele oorkondes uit aan IVN-ers die grote verdiensten hadden voor de vereniging.
De minister kreeg ook iets terug: de nieuwe affiche 'Bos', getekend door Jan Wartena.

  • Toespraak Braks
  • Overheidsbeleid
  • Affiche Bos
  • Oorkonde
  • Foto's
  • X-sluit

 

 

 

De toespraak van Minister Braks toont duidelijk de verbondheid van het ministerie met het IVN aan. Fragment:

"De groei van het IVN. weerspiegelt zich ook in de toegekende overheidssubsies. Het subsidiebedrag op de begroting van 1962 bedroeg
f
6500,- plus f 1500,- van de provincies en f 540 van de 1000 gemeenten. Op dit moment (dus 1985, red.) ontvangt het I.V.N. alleen al van mijn departement ongeveer 2 miljoen gulden per jaar."

De minister had ook nog twee cadeaus voor het IVN:

  1. Voor 1985 en 1986 wordt in totaal f 60.000,- ter beschikking gesteld voor het project 'Opleiding van docenten van natuurgidsencursussen'. Hierdoor krijgt de kadervorming van het IVN een flinke steun in de rug.
  2. Toegezegd wordt een extra formatieplaats voor het coördineren van het provinciaal consulentenwerk die ook de IVN-inbreng moet versterken in het samenwerkingsverband van educatieve organisaties. (Deze functie ging worden vervuld door Gerard Jutten.)

Ir. F. Prillevitz

Ir. F. Prillevitz hield bij de opening van het nieuwe kantoor aan de Plantage Middenlaan namens de Minister van CRM een toespraak.

 

In de eerste decennia van het bestaan van het IVN. toonde de overheid veel betrokkenheid bij de organisaties die NME bedreven, onder meer door het verstrekken van redelijk veel subsidies - niet alleen aan het IVN, maar ook aan schooltuinorganisaties, schoolbiologische diensten, opkomende NME-centra. De overheid formuleerde in deze ook een beleid.

1976 - Ir. F. Prillevitz zei toen onder meer:

Prillevitz_rede

Structuurschema NL-behoud

1981 - Het Ministerie van LNV publiceert, tezamen met VROM, het (belangrijke!) Structuurschema Natuur- en Landschapsbehoud. Dit stuk geeft drie hoofdlijnen van beleid:

  1. De instandhouding en zo mogelijk versterking van natuur- en landschapswaarden
  2. Ontwikkeling en herstel daarvan waar dat mogelijk is
  3. Het beïnvloeden van gedragspatronen van mensen zodat er minder negatieve effecten optreden op natuur, milieu en landschap.

Minister Braks in zijn toespraak in 1985:

"Tegen deze achtergrond hecht het departement aan de natuur- en milieueducatie als instrument teneinde de beleidsdoelstelling op het terrein van natuur- en landschapsbehoud te verwezenlijken."

Dit positieve beleid werd nog enkele jaren voortgezet. In 1988 publiceren de ministeries van L&V en VROM de nota 'Natuur- en Milieueducatie, een meerjarenvisie', gericht aan de Tweede Kamer. Het beoogt het beleid voor de jaren 1988-1992. Enkele aspecten hieruit:

  • Een systematische ontwikkeling en inbouw van NME in het basis- en voortgezet onderwijs is voor de komende jaren een belagnrijke opgave voor het ondrwijs. Een en ander kan vorm gegeven worden in nauwe samenwerking tussen landelijke onderwijsverzorgingsinstellingen en particuliere natuur- en milieueducatie-organisaties.
  • Ter bevordering van een systematische ontwikkeling van cursussen NME voor volwassenen (buitenschools) en van opleidingsmogelijkheden ten behoeve van docenten voor dergelijke cursussen worden door L&V extra middelen ter beschikking gesteld.
  • Ondersteuning van het kinderboerderijen werk door het I.V.N., er wordt hiervoor een meerjarenbeleidsplan voorbereid.
  • Het Ministerie van L&V maakt de uitvoering van een NME-programma mogelijk voor vrijwilligers en beroepskrachten in het jeugd- en jongerenwerk.
Affiche Bos

Aanbieding Bosaffiche

Links: Affiche Behoud het Bos, getekend door Jan Wartena. Hierboven: Jan (rechts) biedt de eerste affiche aan aan Minister Gerrit Braks.

Oorkonde

Op de feestelijke bijeenkomst van 13 september 1985 reikte Minister Gerrit Braks oorkondes van verdienste uit aan IVN-ers die zich al gedurende 25 jaar (minimaal) verdienstelijk hebben gemaakt voor het IVN (en eventueel de Bond van Natuurwachten).
Ga met de muis over de titel hierboven.

Braks reikt Oorkondes uit
Meer over het jubileum (met enkele foto's) en het overheidsbeleid inzake natuur- en milieueducatie.
Oorkonde 1985


Beleidsplan 1986-1990

Naarmate het IVN groter werd en meer beroepskrachten telde, die bovendien verspreid waren over het hele land, bleek een gecoördineerd beleid meer nodig.

1985 - Tegen het einde van het jaar komt het nieuwe beleidsplan voor 1986-1990 gereed. Belangrijk daarin:

1989 - Het idee op van decentralisatie komt op, bij de overheid en ook ván de overheid. Bovendien geldt dit ook voor het IVN. De organisatie wordt groter en complexer en de afstand tussen Landelijk Bureau en de vrijwilligers neemt toe.

  • Uitgangspunten
  • Deskundigheidsbevordering
  • Groen en Grijs
  • Decentralisatie
  • X-sluit
 

Uitgangspunten voor het eigenlijke werk van het IVN ('core business'):

  • Bijdragen tot bewustwording van mensen van de relaties tussen mens, cultuur en natuur;
  • Bevordering van natuur- en milieuvriendelijk gedrag, waardoor de kwaliteit van natuur en milieu toeneemt;
  • Bijdragen leveren aan de ontwikkeling van natuur- en milieubesef (verantwoordelijkheid);
  • Samenwerken met verenigingen, stichtingen en andere rechtspersonen die werkzaam zijn op dit gebied, en daarbij adviseren.
 

Deskundigheidsbevordering staat in dit beleidsplan voorop, zowel organisatorisch als inhoudelijk. Op deze wijze moet ook de kadervorming geïntensiveerd worden. Aspecten:

  • Landelijk uitbreiding van de bibliotheek, documentatiecentrum, informatie-lessenbank;
  • Herzien van het cursusboek NGC en aanvullingen daarop;
  • Centrale cursusadministratie;
  • Verzamelen informatie over en methodieken voor thema’s en doelgroepen, onder andere voor cursussen voor docenten van natuurgidsencursussen;
  • Cursus voor docenten van natuurgidsencursussen op provinciaal en regionaal niveau, onder toezicht BCN.
 

In het beleidsplan wordt nu duidelijk naast de groene ook de grijze educatie genoemd. Dus zowel natuur- als milieueducatie, waarmee althans formeel de discussie van enkele jaren geleden beëindigd is.

Twee citaten:

  • “Bij dit streven (van mensen om hun welzijn te verbeteren) spelen allerlei factoren een belangrijke rol. Deze zijn vaak verbonden met een maatschappijvisie en het inzicht dat men heeft in de gevolgen van zijn handelen voor het milieu.”
  • “Wel wil het IVN deelnemen aan en een rol spelen in de maatschappelijke discussie. Hierbij speelt de voorlichting over de consequenties van bepaalde handelwijzen een belangrijke rol.” Er was -en ís- een stevige concurrentie op dit vlak!
 

Wat hield het idee van 'decentralisatie binnen het IVN' in?

Van plat naar gelaagd.
Een afdeling moest voor hulp niet bij het centrale landelijk bureau zijn, maar bij de provinciale consulenten. Maar door de schaalvergroting en steeds meer werk voor de provinciale consuloenten, bleken die steeds moeilijker bereikbaar te zijn, ook voor afdelingsbesturen.
De platte organisatie van vroeger (je haalde als afdelingafgevaardigde eventjes wat posters in het kleine bureautje in de Warmoesstraat) maakte plaats voor een gelaagde grote club.

Afstand, formalisering, bureaucratisering.
Vrijwilligers voelen de grote afstand tussen hen zelf en het landelijk bureau. Het wordt geformaliseerd. Juist omdat er ook ‘jaarplannen’ worden gevraagd, en meer gestuurd wordt op effectiviteit en efficiëntie leidt dit tot formalisering. “Zoals de oude traditie van het IVN was: vrijwilligers kunnen gewoon binnenstappen en dan halen ze maar even op wat ze nodig hebben.”

Landelijk bureau hád een eigen gezicht.
Bovendien was Piet Steltman vroeger het gezicht van het landelijk niveau als hij door het land ging. Het bureau werkt nu niet meer zo. “Dus als je nu een probleem hebt, ga dan naar je afdeling, want daar is je bestuur voor of degenen met wie je een project hebt opgezet en zoek dat daar mee uit. Waar hebben we dat landelijk bureau dan voor nodig?”

(Fragmenten uit het interview ‘Automatisering hoort niet bij een natuurorganisatie’ door Arthur van Veen gehouden met Mariëtte Duyser, M&N 1989(3):86-89).

Enkele zaken uit het Beleidsplan worden verder benoemd en het aspect 'Decentralisatie' toegelicht.

 

Media en Communicatie

Henk van Halm 1982 - Mens & Natuur verschijnt op A-4 formaat. De eindredactie wordt nu gevoerd door Henk van Halm (), die Ko Zweeres opvolgde. 'Het grotere formaat maakt een efficiënter gebruik van de ruimte en een speelsere opmaak mogelijk, een wens die al lange tijd leeft onder de leden'. Want 'Mens & Natuur' is óók het gezicht van het IVN naar buiten toe. Ga met de muis over de foto.
Henk van Halm
(Eindredacteur 1980-1995).

In de loop van deze jaren komt er meer aandacht voor 'Educatie en Voorlichting', en 'Communicatie'. Daarbij is een persoonlijk contact zeer wenselijk, maar lang niet altijd mogelijk. Vandaar dat de media belangrijker worden. Van belang daarbij zijn: de keuze van de media, de timing, de omgeving waar je boodschap wordt ontvangen en de herkenbaarheid van de afzender, hier dus het I.V.N.

Naast de 'klassieke' media als kranten, affiches, radio en tv komen er nu nieuwe media op, in de ICT-sfeer. Henk van Halm zette al vrij vroeg berichten op Teletekst. De computers worden nu belangrijker, maar Henk bleef zelf nog heel lang zijn eigen typemachine trouw!

  • Lezersonderzoek
  • Eugène Kriz over Henk van Halm
  • X-sluit

 

Themanr Gidsen cursus

Dit nummer over de grote discussie in de vereniging of er meer aandacht moet komen voor 'grijs' werd veel gelezen.

 

Uit de enquête (hiernaast vermeld) kan worden geconcludeerd dat het IVN-werk gedragen wordt door een actieve minderheid, die er veel tijd in steekt.

1987-88 - Student Communicatie Alt Smit van de RUU deed onderzoek onder de lezers van Mens & Natuur. Mogelijk was dit onderzoek niet echt representatief, vanwege een te kleine steekproef. Uit een selectie van 300 leden waren er 185 respondenten voor een telefonisch interview. De belangrijkste gegevens:

  • Over de leden van het IVN. Het zijn vooral mensen tussen 30 en 40 jaar, meest goed opgeleid. Mannen maken er een groter deel van uit dan vrouwen.
    • Het aantal jongeren is klein: 12 % van de IVN-leden is jonger dan 30 jaar. 20 % is ouder dan 60 jaar.
    • IVN-leden zijn trouw, 50 % is langer dan 5 jaar lid.
  • Leesgedrag Mens & Natuur. Een grote meerderheid van de IVN-leden leest het tijdschrift direct of binnen 3 weken na ontvangst. 8 % leest het blad nooit. Het blad wordt door velen wel bewaard. Een aantal lezers dringt erop aan kringlooppapier te gebruiken. Anderen spreken zich daar tegen uit.
  • Waardering voor het blad: over het algemeen goed tot matig; 9 % is ontevreden.
    • De meeste lezers vinden het tijdschrift interessant, overzichtelijk, stimulerend en goed leesbaar.
    • Algemene natuuronderwerpen scoren het hoogst, minder belangstelling is er voor specialistische onderwerpen.
    • Er is weinig belangstelling voor bestuursstukken.
    • Een kleine meerderheid van 55 % ziet het blad als ondersteuning voor hun IVN-activiteiten. Met name zijn dat de actieve leden.

Interview 2013; 0:58

Henk van Halm was een uitstekend journalist, een geweldig eindredacteur van 'Mens & Natuur', een goed veldbioloog en voortreffelijk fotograaf. En hij was een plezierig, maar wel enigszins eigenzinnig mens.
Henk schreef ook veel over natuur in Dagblad Trouw.
Maar hij bleef lang vasthouden aan de vertrouwde typemachine en wilde niet aan de computer. Daarover vertelt Eugéne Kriz in dit fragment.
Overigens plaatste Henk al wél vanaf 1981 stukjes op Teletekst (toen heel nieuw!) onder de titel: 'In de Natuur'.

Op het tabblad enkele gegevens uit het 'Lezersonderzoek', en over Henk van Halm(1988).

 

Financiën

Met het aantreden van het kabinet-Lubbers(1) in 1982 werden de subsidies die het I.V.N. van de rijksoverheid ontving, verstrekt door het Ministerie van Landbouw en Visserij. Daar werd toch enigszins ander aangekeken tegen 'Natuur' dan het vroegere Ministerie van CRM, lees: kariger.
Bovendien was het crisis, en moest er worden bezuinigd. De bezuinigingen begonnen al eerder, in 1980 en 1981.

Dat het crisis was bleek ook uit de teleurstellende resultaten bij de verkoop van voorlichtingsmaterialen. Het Bestuur wilde de tering naar de nering zetten, waarbij de prioriteiten overeind gehouden dienden te worden. Die betroffen vooral de inzet en uitbouw van de sector Training en Vorming, inclusief de vernieuwing van de natuurgidsenopleiding.

Voorbeeld: Overheidssteun in 1987: f 1,570.192;
in 1988: f 1.499.625. Met enige creativiteit konden
tekorten toch worden 'geplooid'.

  • Piet Steltman over financiën
  • Baten en Lasten
  • X-sluit

Interview 2013; 2:45

Directeur Piet Steltman verliet het I.V.N. in 1985, formeel tijdens het jubileumweekend 13-15 september. Hij heeft de veranderingen in de subsidiestroming al enigszins meegemaakt. In dit fragment vertelt hij daarover en ook hoe het later met de subsidies voor instellingen als het I.V.N. verging: de lump-sum systematiek maakte later (in de jaren '90) plaats voor projectfinanciering. Piet heeft daar ernstige bezwaren tegen.

Bij wijze van voorbeeld van de financiering in de jaren '80 hier een overzicht van de Baten en Lasten in 1988.

Batem 1988 Lasten 1988

Van de overheidssteun was een bedrag van f 2854,- projectsubsidie. Geleidelijk aan zou er minder geld in de lump-sum komen en meer in de projectsubsidie. Daarmee werd de continuïteit in de financiële situatie minder zeker.

Particuliere steun kwam vooral van de ANWB, van Natuurmonumenten, en van donaties.

Personele kosten waren voor een bedrag van f 128.757 niet gesubsidieerd.

Huisvestingskosten bestonden uit de huur (f 60.420), energiekosten (f 17.974) em daarmaast schoonmaak en verzekering/belasting.

Bureaukosten omvatten onder meer kantoorartikelen (inclusief onderhoud en reparatie apparaten), porti en teloon, accountkosten (f 15.100).

In deze jaren verschoof de bijdrage van de rijksoverheid (ministerie) van objectsubsidies (omschreven posten) naar lump-sum ('je krijgt een zak geld') en later, in de jaren '90, geleidelijk aan naar projectsubsidies.
Tot laat in de jaren '80 was er een voortdurend financieringstekort, dat met verschuiving van gelden (deels) kon worden opgevangen.

Meer over de financiën en de verschuiving in de subsidiesystematiek.