Tijdsbeeld

Het neoliberaal gedachtegoed domineert

Over het algemeen ademen de jaren negentig een geest van optimisme. De Europese Unie krijgt steeds meer vorm. De gemeenschappelijke munt, de , wordt in de steigers gezet (Verdrag van Maastricht, 1993). De economie groeit, er is welvaart, er kan meer 'geld verdeeld' worden.

Het neoliberale denken dringt steeds verder door in maatschappij en politiek Daardoor raken de klassiek-sociaaldemocratische ideeën steeds meer op de achtergrond. Zo schudde PvdA-premier Wim Kok 'de ideologische veren' af.

IdeologischeVeren

Wim Kok, premier van twee naar hem genoemde kabinetten (1994-1998-2002) en leider van de PvdA, schudde in 1995 de 'ideologische veren' af. Klik op de krantenkop (deze voert naar het betreffende krantenartikel).
Rechts: kabinet Kok_1, ga over de afbeelding voor Kok_2.

kabinetten_kok

Nadat de Berlijnse Muur in 1989 was gevallen, verdwenen ook de overige Oost-Europese communistische dictaturen in hoog tempo. De Amerikaanse socioloog en filosoof Francis Fukuyama kondigde 'het einde van de geschiedenis' aan: de westerse liberale democratie had duidelijk gezegevierd en was de 'ultieme maatschappij- en regeringsvorm'. Andere maatschappelijk-politieke systemen zouden zich eveneens in deze richting ontwikkelen.

  • Liberalisering
  • X-sluit

NS_Trein

 

De Nederlandse Spoorwegen werden medio jaren '90 gesplitst in NS (Reizigers) en ProRail. Doel was concurrentie mogelijk te maken waardoor prestaties zouden verbeteren en kosten worden verlaagd. Uiteindelijk zou de reiziger ervan profiteren.
Er is weinig van terecht gekomen.

Beide kabinetten Kok waren een coalitie van PvdA met VVD en D66 ('Paars'). Zij zetten het neoliberale beleid, ingezet onder Lubbers, voort. Verwachtingen waren onder meer:

  • door meer marktwerking:
    • dalen de prijzen
    • verbetert de kwaliteit dienstverlening
    • heeft innovatie (vernieuwing) plaats

Uitvoering onder meer:

  • overheidsbedrijven óf privatiseren, óf op afstand zettem. óf verkopen
  • regelgeving verminderen

Gevolgen onder meer:

  • door minder regels ontstond een enorme fusiegolf van bedrijven en banken, waardoor zeer grote instellingen konden ontstaan
  • grenzen en hindernissen verdwenen, ook tussen landen
  • bedrijven kwamen los te staan van hun 'thuisland', mede om belastingen (deels) te vermijden
  • globaliseerden handel en industrie
  • nam de individualisering toe: de 'eigen verantwoordelijkheid'
  • groeiden topsalarissen ('marktconform'), ook in instellingen die met publiek geld betaald werden als woningbouwverenigingen, vervoerbedrijven, zorginstellingen; gevolg: toenemende ongelijkheid

De liberalisering leidde ook tot een verandering in de systematiek van de overheidssubsidies voor tal van instellingen.
Natuur-en milieuorganisaties
kregen daar eveneens te maken: verlaging van de subsidie, verandering van de systematiek, en de noodzaak zelf meer 'eigen' inkomsten genereren.

Op het tabblad meer informatie over de liberaliserings- en privatiseringspolitiek.

 

PC_omgevingHenk Digitalisering. De jaren negentig brachten de doorbraak van de computer en, later, van Internet, in zowel bedrijven en huishoudens als scholen. De maatschappij 'gaat massaal digitaal'. Binnen de natuurorganisaties was niet iedereen enthousiast voor deze 'technologische dominantie'. Maar het bleek onvermijdelijk - en bood ook voordelen.
Hiernaast: de 'werkomgeving' van eindredacteur Henk van Halm. Deze foto sierde het M&N themanummer 'Werken met de Media' (1989). Henk had aanvankelijk weinig met computers op, maar zette toch al snel berichten op Teletekst zette - en ging uiteindelijk 'overstag'.
Ga met de muis over de foto om de eerste IVN-website te zien (1997). Detail: Netscape was toen de meeste gebruike browser!

IVN_Website1997
AleidJansen
Deze website was ontworpen door Aleid Jansen (links):
'Op termijn kan niemand meer om internet heen.'
In deze jaren ontwikkelen ook verschillende IVN-afdelingen
hun eigen sites die deels via de landelijke site te bezoeken zijn.

 

Natuur en Milieu

Ook in dit decennium gaan natuur en milieu verder achteruit. In het begin van de jaren '90 is er nog steeds een flink besef onder de bevolking van deze problematiek. Overheden produceren meer wet- en regelgeving.

In 1995 riep de Raad van Europa een Europees Natuurbeschermingsjaar uit: N95 (het tweede na N70). Ofschoon natuurorganisaties in dit kader vele activiteiten organiseerden, had N95 lang niet het effect van N70.
Harry Wals, oud-voorzitter van het IVN (1972-1977), was coördinator van het 'Nederlands Nationaal Comité'. Er werden vele activiteiten ondernomen. Onder meer waren er centrale thema's als: 'Plattelandsvernieuwing' en 'Natuur Nabij' (Natuur in Stad en Dorp).
Ga met de muis over het logo om Harry te zien.
Harry Wals_ N95

 

Uit de veelheid van ontwikkelingen hier enkele aspecten:

  • Milieuwetten
  • Milieuproblemen
  • Visies op natuurbescherming
  • Natuur en wetgeving
  • X-sluit
Een aantal natuur- milieuwetten. Vooral vanaf 1970 kwam veel wetgeving tot stand.

Tot 1970

1928
Natuurschoonwet

1936
Vogelwet

1961
Boswet

1962
Bestrijdingsmiddelenwet

1967
Natuurbeschermingswet

1970 - 1980

1970
Wet verontreiniging oppervlaktewateren

1970
Wet inzake luchtverontreiniging

1978
Vogelrichtlijn

1979
Wet geluidhinder

1980 - 1990

1983
Interimwet bodemsanering

1985
Wet milieugevaarlijke stoffen

1986
Meststoffenwet

1986
Wet Bodembescherming

1990 - 2000

1992
Habitatrichtlijn

1993
Wet milieubeheer

1994
Wet bodembescherming

1998
Natuurbeschermingswet

2002
Flora- en faunawet

Een opsomming van (wereldwijde en lokale) milieuproblemen. Deze is bij lange na niet volledig.

Gasplatform
Boorplatform van de NAM, noord van Ameland. Gasboringen zijn altijd sterk omstreden geweest. .

CO2_Uitstoot

Koolstofdioxide is een broeikasgas! Ga met de muis over de afbeelding.

  • Verzuring
  • Vermesting, eutrofiëring
  • Bestrijdingsmiddelen: insecti-, fungi-, herbiciden
  • Klimaatverandering: broeikasgassen
  • Verlies biologische diversiteit
  • Bodemerosie, verdroging
  • Vervuiling van zeeën, oceanen (plastic soep)
  • Vervuiling van zoetwaterbronnen
  • Luchtverontreiniging, fijnstof, ozonlaag
  • Aantasting van ecosystemen
  • Uitsterven soorten planten, dieren; biodiversiteit
  • Grootscheepse mijnbouw (o.a. zeldzame metalen)
  • Ontbossing, woestijnvorming
  • Ophoping chemische stoffen in voedselketens
  • Geluids- en lichthinder
  • Verlies landschapsstructuren; monoculturen
  • Schaalvergroting, mechanisatie
  • Bevolkingsgroei, verstedelijking

Jan Pronk

Jan Pronk, minister van Ontwikkelingssamenwerking in Lubbers-III, stelde ooit eens:
"De oorzaken van milieuproblemen zijn als volgt samen te vatten:
1. Er zijn te veel mensen
2. Mensen hebben te veel wensen
3. De productiewijzen zijn milieu- en mensonvriendelijk."
Ongenuanceerd, maar met een grote kern van waarheid!

Duingebied

De 'Amsterdamse Waterleidingduinen' - een multifunctioneel landschap.

Frans Vera

Ecoloog Dr. Frans Vera was voorstander van natuurgebieden waarin natuurlijke processen meer ruimte kregen. Hij was een van de grondleggers van het natuurgebied Oostvaardersplassen. De Ecologische hoofdstructuur is mede door hem opgesteld.
Klik op de foto voor meer informatie.

Tot ca. 1970 - Opkopen en beschermen. Qua natuurbescherming was de belangrijkste activiteit het verwerven (kopen) van natuurterreinen en deze zo goed mogelijk te beheren en te beschermen. Dit beleid voortgezet waardoor bezittingen van organisaties als Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen uitgebreid werden. Het oprichten van Nationale Parken past hierin.

Jaren '80 - Landschapsbehoud door combineren van functies. Natuurbeschermers, wetenschappers en beleidsmakers kregen meer oog voor de achteruitgang van natuurwaarden in het agrarisch gebied. Men wilde de verschillende waarden met elkaar 'verweven'. Landschappen konden meerdere 'functies' hebben (multifunctionaliteit). Hiertoe werden in 1985 gepresenteerd: het idee van de Nationale Landschappen en de Relatienota.

Jaren '90 - Nieuwe natuur máken. In dit decennium wordt veel nieuw beleid voorbereid en geïnitieerd. Wetenschappers ontwikkelen het idee tot natuurontwikkeling, het herstel van natuurwaarden door de natuur zelf. Gedegenereerde gebieden konden worden opgekocht, en met een gericht beleid weer omgevormd worden tot natuurlijke gebieden. Daarin moesten dan vooral de natuurlijke factoren kunnen werken- de natuur moest zich zoveel mogelijk vrijelijk ontwikkelen. Deze gedachte werd met name toegepast in de Oostvaardersplassen en in gebieden langs de grote rivieren.

Konikpaarden

De introductie van grote grazers, zoals deze Konikpaarden, in de Oostvaardersplassen had tot doel de vegetatie korte te houden en variabel te maken. Voorts zijn er ook edelherten uitgezet. De dieren planten zich snel voort en de 'overbevolking' leidt tot sterfte in de winter, en dat leidt weer tot discussies!

Net over de grens van Zuid-Oost Drenthe, bij het Duitse stadje Twist, wordt het hoogveen nog steeds op grote schaal ontgonnen. De bergen turfstrooisel kun je beklimmen ...

Video 2010; 0:34

Herstel veen

En dat terwijl aan de Drentse zijde van de grens alles gedaan wordt om het regenwater vast te houden en zodoende het veen weer te doen groeien. Hierboven: Meerstalblok in Bargerveen, nog ontgonnen in de jaren '70. Ga met de muis over de foto om het 'herstel' te zien (groei van veenmos, Sphagnum spec.).

EHS_klein

Kaart van de EHS, 1990 (bron: LNV).

1990 - Het Natuurbeleidsplan (NBP) wordt uitgebracht. Hoofddoelstelling: een duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. Kern is het inrichten van een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Dit is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Natuurterreinen worden beschermd, andere gebieden worden aangekocht voor natuurontwikkeling.
De EHS zou in 2018 gereed moeten zijn en in totaal 750.000 ha omvatten (circa 18 % van Nederland!). Kern van de EHS zijn grotere gebieden, waaronder de Nationale Parken. Die zijn gekoppeld door verbindingszones. De EHS moest de ruggengraat gaan vormen van de Nederlandse natuur.
Ga met de muis over de kaart voor een grotere versie. Klikken voert naar meer informatie.

Biodiversiteit Afname 1992 - Bioversiteitverdrag. Dit is een mondiaal verdrag, gesloten in Rio de Janeiro, bedoeld om de biodiversiteit te behouden. Het gaat daarbij om de vermindering van de soortenaantallen planten en dieren én om de afname van natuurlijke gebieden.
Klik op de grafiek om naar de bron te gaan (Compendium voor de Leefomgeving).
Richtlijngebieden 1992 - Binnen de EU wordt de Vogel- en Habitatrichtlijn ingevoerd, die voorziet in een Europees ecologisch netwerk, bestaande uit ecologisch hoogwaardige natuur-(leef-)gebieden, de zgn. Natura 2000 gebieden. De richtlijnen zijn bindend voor de lidstaten.
De Vogelrichtlijn dateert van 1979 en bevat een lijst van 187 zeldzame of bedreigde vogelsoorten. Voor deze soorten moeten speciale gebieden (Vogelrichtlijngebieden) worden aangewezen.
De Habitatrichtlijn is van 1992. Deze richtlijn noemt 500 plantensoorten, 200 diersoorten (geen vogels) en 198 habitats. Hiervoor dienen Habitatrichtlijngebieden worden aangewezen te worden.
Klik op de afbeelding om naar de bron te gaan (Compendium voor de Leefomgeving).

Planbureau Leefomgeving

Klik op de afbeelding om naar de website van het Planbureua te gaan. Deze site geeft veel informatie.

1997 - Oprichting van het Natuurplanbureau, sinds 2008 deel van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dit bureau evalueert - onafhankelijk en wetenschappelijk - het natuurbeleid.
Elk jaar komt er een Natuurbalans waarin de actuele toestand van natuur en landschap alsmede de voortgang van het natuurbeleid wordt weergegeven.
Elke vier jaar brengt het bureau een Natuurverkenning uit, gericht op de invloed van bestaande en voorgenomen beleidsmaatregelen op natuur en landschap.

Natura2000 1998 - De nieuwe Natuurbeschermingswet (de oude was van 1967). Deze wet implementeert de verplichtingen die voortvloeiend uit de Vogel- en Habitatrichtlijn, en die voortvloeien uit het Verdrag van Ramsar (inzake de Wetlands). Deze gebieden worden tezamen aangeduid als Natura-2000 gebieden, en maken deel uit van het Europees Ecologisch Netwerk.
Klik op het logo voor meer informatie.
Meer over enkele aspecten van natuur- en milieubescherming.
EHS_groot
CO2

 

IVN: groei, stabilisatie, veranderingen

  • IVN en marktwerking
  • X-sluit

Nico van der Veen

Nico van der Veen publiceerde een artikel in Mens & Natuur, 1997, nr. 2 onder de titel: "Is marktgericht werken vies?"
Hiernaast een samenvatting.

Na na zijn voorzitterschap was Nico nog jarenlang actief in het IVN, onder andere als lid van de redactie van M&N, waavoor hij veel artikelen schreef.

Marketing omvat, in de klassieke betekenis, alle commerciële activiteiten ten behoeve van de afzet van goederen of diensten van producent naar consument. 'Marketing biedt ook een moderne ingang op leerprocessen. Marketing helpt bepalen wat voor inhoud je aan een tentoonstelling moet geven. Producten moeten ‘goed in de markt gezet worden’. Dat geldt ook voor cultuurproducten zoals een museum (kijk maar eens hoe de grote musea zich presenteren!).
‘Van een maatschappij waarin veel door de staat verzorgd werd, groeien we naar een waar steeds meer aan de markt wordt overgelaten. Onderwijs en cultuur ontkomen daar ook niet aan, of we dat leuk vinden of niet. Iemand die een bedrijf begint, maakt een bedrijfsplan en wordt daar op afgerekend’.

Het IVN moet ook meer en meer in marketingtermen denken, omdat er steeds minder staatssubsidie komt, en andere geldstromen geworven moeten worden. Het Landelijk Bureau moet voor een belangrijk deel kostendekkend werken, en moet een plek in de markt zoeken. ‘Medewerkers in bedrijven werken aan doelstellingen die vrij nauwkeurig geformuleerd zijn en als ze die halen, merken ze dat positief in hun beloning. Als ze de ‘targets’ niet halen, wordt het geen 13e maand!’
‘Bij het IVN-werk kan het gaan om een marktgerichte aanpak inzake cursussen. Hoe goed zitten die in elkaar, welke hulpmiddelen worden gebruikt, hoe komt het over’.

"Een handboek over reclame stelt dat het welslagen van een marketing operatie afhankelijk is van zes fundamentele vraagpunten en de antwoorden daarop. Wie, wat, waarom, wanneer, waar en hoe. Wie zijn de potentiële afnemers/consumenten? Wie vormen de doelgroep? Wat hebben we te bieden, wat is het product? Verken je markt, wat willen mensen leren? Waarom doen we het eigenlijk? Waarom deze producten? Wat is je missie? Etc. Dergelijke vragen helpen bij het bezinnen voor het beginnen!"

Nico van der Veen over dit onderwerp.