Overige Activiteiten

Afdelingsactiviteiten

De groei van het aantal afdelingen vlakte sterk af en bleef net onder de 180.

  • 1990: afdeling 170 opgericht (Westerwolde, Groningen)
  • 1992: afdeling 175 opgericht (Dwingelderveld, Drenthe)
  • 1996: afdeling 177 opgericht (Sint Oedenrode, Brabant)
 

Het jaar 1995 was in meerdere opzichten een 'top-jaar':

Het IVN telde in 1995:

  • 16.724 leden
  • 8.699 donateurs
  • 176 afdelingen
  • 31 beroepsmedewerkers Landelijk Bureau
  • 65 beroepsmedewerkers in de provincies

De afdelingen organiseerden in 1995:

  • 38 natuurgidsencursussen met 837 deelnemers
  • 16 schoolgidsencursussen met 335 deelnemers
  • 3591 wandel- en fietstochten met 86.250 deelnemers
  • 585 lezingen met 15.110 deelnemers
  • waren er 1193 werkgroepen met 8588 leden

Een indruk van de (frequentie van de) activiteiten:

Afdelingsactiviteit jaren 90

De gegevens in de grafiek werden verkregen uit de respons van de afdelingen (het aantal dat de vraagformulieren terugstuurde). Die respons verschilde van jaar tot jaar, vandaar de soms grote verschillen. Tot 'overige' hoorden zeer verschillende activiteiten, en werden in 1998 anders gerubriceerd.

Bron: Jaarverslagen van de Afdelingen.

  • Hoe doelen te bereiken?
  • Onderzoek wandelingen
  • Project Veluweranger
  • Douwe Tasma
  • X-sluit
 

Hoe tracht een IVN-afdeling haar doelen te bereiken?

Deze vraag stond centraal in een artikel in Mens & Natuur van 1991 (3). Aspecten:

  • Het organiseren van NME-activiteiten, waardoor en waarmee de bevolking in het werkgebied bereikt wordt. Bijvoorbeeld:
    • Excursies, lezingen, tentoonstellingen, publicaties en het opr4ichten van een NME centrum
  • Het op positieve wijze beïnvloeden van het beleid en de activiteiten van de plaatselijke overheid op het gebied van NME. Bijvoorbeeld:
    • Als afdeling waakzaam letten op veranderingen in natuur en milieu
    • Inventarisaties maken en rapporteren aan de desbetreffende instanties
    • Vervuilingen en handelingen rapporteren die in strijd zijn met de voorschriften
    • Reageren op bestemmingsplannen voor zover ze effect hebben op NME
    • Meewerken aan de oprichting en instandhouding van landschapstuinen, heemtuinen, natuurontwikkelingsprojecten
  • Het ondersteunen van het werk van onderwijzend personeel van de scholen in het werkgebied inzake NME
  • Andere wettige middelen als met name het indienen van bezwaar, beslag en beroep, zowel op administratiefrechtelijke als civielrechtelijk en strafrechtelijk gebied.

Zo'n 'werkschema' is nooit systematisch in alle afdelingen doorgevoerd. Dat zou ook niet gekund hebben gezien hun autonome karakter.

 

In 1998 is een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van IVN-wandelingen.

Dit onderzoek is gedaan door Alfred Kessel, deeltijdstudent aan de Hogeschool Deventer, en is gepubliceerd in Mens & Natuur 1999(3).

Enkele resultaten:

  • het merendeel van de wandelaars (65%) is geen lid of donateur van het IVN.
  • 2/3 van de deelnemers had eerder deelgenomen aan IVN-excursies.
  • de meeste deelnemers (58%) waren ouder dan 50, waaronder veel 65-plussers
  • het opleidingsniveau van de geënqueteerde deelnemers was hoog (36 % hbo of wo)
  • de gemiddelde waardering van de wandelingen was hoog: 8,2 (op schaal 1-10)
  • er was wel krtieiek over de kwaliteit van de gidsen (als verstaanbaarheid)
  • de gidsen werden algemeen ondervonden als ´enthousiast´

Op basis van de onderzoeksresultaten heeft Kessel de sector ODBV aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op:

  • een doelgroepgerichte benadering van de wandelingen
  • de technische aspecten van het leiden van excursies

Kessel formuleerde zeven concrete aanbevelingen:

  1. Doelgroepafstemming: Aandacht geven in de natuurgidsencursus over het bepalen van doelgroepen en de afstemming van doel, inhoud en methode op de doelgroep
  2. Doelgroepbenadering: aandacht voor bestaande gidsen, als voorbereiding op het opstellen van jaarprogramma’s, uitmondend in en plan van aanpak om andere dan de gebruikelijke doelgroepen te bereiken
  3. Communicatie met media: Het organiseren van workshops over contacten met de pers en het opstellen van persberichten
  4. Continueren: voortzetten van de afdelingswandelingen gezien de hoge waardering bij het publiek
  5. Instroom van nieuwe gidsen garanderen door districtsbureaus de afdelingen te laten ondersteunen bij het organiseren van natuurgidsencursus en of zonodig de organisatie daarvan geheel door het districtsbureau te laten verzorgen
  6. Nascholing: regelmatig de cursus 'Excursies leiden' doen organiseren door de afdeling als nascholingsactiviteit voor natuurgidsen, met veel aandacht voor didactische werkvormen
  7. Communicatie intern: Vanuit het landelijk bureau een nieuwsbrief in het leven roepen voor afdelingscoördinatoren van wandelwerkgroepen, met daarin informatie over data, theoretische kanten van het gidsenwerk, nieuwe inzichten, ervaringen van elders etc.

Afdelingen zijn echter in hoge mate onafhankelijk en hebben hier hun eigen beleid!

Arie de Koning, oud-provinciaal consulent Gelderland, vertelt hier over het project 'Veluweranger', waar mensen 'natuur konden ervaren'. Bij dit project waren, althans in het begin, ook IVN-ers betrokken. Later werd dit project overgenomen door andere partijen.
Dit project maakte tevens duidelijk dat -in dit geval- het provinciaal consulentschap als een bedrijf werd gezien, dat ook geld moest verdienen.
Interview 2014; 1:49

Douwe Tasma (1923-2007), hier in 1990.

Er zijn in de IVN-afdelingen hier en daar echt 'reuzen' die enorme verdiensten hebben. Eén daarvan was Douwe Tasma, een 'Fries in Limburg'. Een zeer groot deel van zijn leven was hij actief in diverse gremia binnen het IVN-Limburg - en daarbuiten.

  • Jaren '40 en '50: Tezamen met Piet van Ackooy richtte hij diverse Natuurwachten op in Zuid-Limburg, later overgegaan naar het IVN.
  • Was vanaf 1964 25 jaar lang voorzitter van de afdeling Heerlen.
  • Hij zat 10 jaar in de Landelijke Raad, het eerste landelijke contactorgaan van het IVN, met als voorzitter Jan Nijkamp. Uit deze LR kwam later in de jaren '60 het Hoofdbestuur voort. Douwe maakte hier 8 jaar lang deel van uit.
  • In 1962 begon hij met het (Limburgse) tijdschrift 'De Natuurgids' , bedoel voor iedereen, en op eigen kracht geproduceerd. Aanvankelijk was het een stencilblad met 450 abonnees, later een mooi uitgevoerd tijdschrift voor 5500 abonnees (onder).

Milieuproblematiek in Zuid-Limburg.

"Eind jaren zestig werd mij in het Hoofdbestuur verweten dat het IVN-Heerlen te veel de milieukant uit ging. Dit verwijt trof vooral de secretaris Jeske de Hoon. Zij was enorm actief op het terrein ruimtelijke ordening. Zonder Jeske had ik de voorzitersfunctie niet kunnen uitoefenen op de vooruitstrevende wijze waarop het is gegaan. Later kwam toch de erkenning voor dit werk."
"Vanaf 1970 organiseert het IVN-Heerlen elke vijf jaar een NME-tentoonstelling in de Schouwburg van Heerlen. Lang vóór 1970 werden op de natuurgidsencursussen inleidingen gehouden over afval, luchtvervuiling e.d. onderwerpen. De eerste actie werd gevoerd in 1968 om de afgraving van de Brunsummerheide ten behoeve van de landbouw tegen te houden. Die actie is ook breeduit in de Limburgse pers gekomen." (Mens & Natuur, zomer 1990).

Douwe zat in tal van besturen, als in het district van Natuur-monumenten, van het Limburgs Landschap, en hij was hoofdingeland bij het Waterschap.

'De Natuurgids' is een succesvol 'Tijdschrift voor natuur, milieu en heem in Limburg'.
Ga met de muis over de afbeelding.

Meer over de afdelingsactiviteiten.

 

Uitgaven

Voltooiing Oecologische Flora (coproductie IVN, Vewin, VARA)

Deel 5

Presentatie Deel 4

Boven: Presentatie van deel 4. Ga met de muis over de gezichten.

  • Oecologische Flora 4 en 5
  • Natuur dichtbij
  • X-sluit
Presentatie deel 5

Het kostte heel veel moeite (onder andere om fondsen te verkrijgen!), maar de voltooiing van de Flora lukte tenslotte!

1991 (maart) - Deel 4 van de Oecologische Flora verscheen.
1994 (april) - Deel 5 (het laatste) verscheen, gepresenteerd in het Rijksherbarium te Leiden (de broodheer van auteur Eddy Weeda).
1996 - de Oecologische Flora werd bekroond met een uitgebreid Register.

Boven: Marcel van Dam (rechts, voorzitter VARA) overhandigt deel 5 aan Wim Deetman (voorzitter Tweede Kamer). De VARA was co-uitgever van deze Flora.

Natuur Nabij is in opdracht van het IVN vervaardigd door M.M. van den Broek en J.C. van den Ende. Hier enkele fragmenten uit het begin van de film, die in totaal ongeveer 25 minuten duurt.

Fragment 1:48

Natuur is ook in je eigen buurt. In 1993 bracht Mens & Natuur een themanummer uit 'Natuur in Stad en Dorp'. Ook in het kader van N95 werd aandacht aan de 'natuur dichtbij' gegeven. Een stedelijke omgeving is vaak rijk aan natuur. Een gazon is een imitatie-grasland, een stenen gebouw is een imitatie-rots, een vijver een imitatie-waterloop enz.
In het verlengde hiervan heeft het IVN in 1997 een film laten maken onder de titel 'Natuur Nabij', waar tal van natuurelementen getoond worden. De film was (en is!) te gebruiken bij allerlei NME-activiteiten.

Meer over de laatste twee delen en een stukje natuurfilm.

 

Met het uitkomen van deel 5 werd een monumentaal werk afgesloten. Een dergelijke publicatie zou niet meer volgen. Gelukkig kwamen hiervan nog verschillende herdrukken.

Gezamenlijk uitgavenlijst (Catalogus)

Het IVN heeft in de loop van de jaren vele uitgaven op de markt gebracht, soms gratis (zoals de posters, mogelijk gemaakt door financiële steun van bedrijven), soms tegen -meestal geringe - betaling.
In de jaren '90 brachten IVN en KNNV een gezamenlijke uitgavenlijst uit, als bijvoegsel bij de tijdschriften ('Mens & Natuur' en 'Natura'). Helaas werd deze samenwerking in het volgende decennium verbroken.
Rechts: een populair boekje (A6-formaat). Ga er met de muis over.

EngeBeestjes
Dit zijn nog vier andere boekjes op A6-formaat. Ze waren klein, mooi geïllustreerd,
binnen de gegeven kaders informatief. Ze waren goedkoop en verkochten heel goed!

 

Zilveren Waterlelie

De Zilveren Waterlelie is een prijs die het IVN uit kan reiken aan personen en instellingen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van NME voor een groot publiek. Het is een in zilver uitgevoerde waterlelie op een inlands eiken voet, blad en bloem drijvend op een glazen cirkel.

Erkens en Nijsten
Ga met de muis over de gezichten.
4 december 1991 - De Zilveren Waterlelie wordt voor de eerste keer uitgereikt, aan de natuurcineasten Jo Erkens en Maurice Nijsten. Zij maakten gedurende vele jaren natuurfilms en kregen de prijs ter gelegenheid van de uitzending van hun honderste film door de KRO-TV.
1995 - De tweede Zilveren Waterlelie werd uitgereikt aan het echtpaar Jaap en Aleid Rensen, directeuren van het Noorder Dierenpark te Emmen.
Later werd de prijs nog uitgereikt aan Henk van Halm (2008), aan Hugo Bunte (2010) en aan René Horsten (2013), voorzitter van de projectgroep Floriade te Venlo.

 

Externe werkgroepen en activiteiten

Samenwerking met sponsors

1997 - De Algemene Spaarbank voor Nederland (ASN), een bank met een 'groen imago' die zich inzet(te) voor een duurzame samenleving, ondersteunde IVN-afdelingen door het beschikbaar stellen van rugzakjes met veldwerkmaterialen en een bijbehorende trainingsmiddag. De afdelingen konden zelf bepalen welke veldwerkmaterialen zij wilden hebben, zoals loepjes, insecten-zuigpotjes, ballonpipetjes, een zure regenset, kompasje, determineersetjes en dergelijke.

1997 - Het IVN zette een samenwerking op met V&D, zeepfabrikant Klok en het weekblad Libelle, teneinde meer bekendheid te genereren. Eén van de actiepunten was het ontwerpen en verkopen van T-shirts met kleurige tekeningen van bedreige bloemen. Deze actie leverde later f 75.000 op. Klok zette op een aantal wasmiddelen advertenties om aandacht te vragen voor het IVN-werk, onder andere door een foldertje en een zakje zaden.

Werkgroep van Schoolbiologen (WVS)

De Werkgroep van Schoolbiologen werd vanuit het IVN ondersteund door de consulent onderwijs (eerst Jaco Wijsman, later Wilfried Romp). In de jaren zeventig en tachtig nam het aantal schoolbiologen toe, veelal in dienst van gemeenten. Door latere bezuinigingen nam hun aantal wat af.

1994 - De WVS hield een uitwisselingsdag onder de nieuwe naam 'WVS, Werkgroep van NME-werkers'. De WVS had in 'Muurpaper' een eigen tijdschrift.

Geleidelijk aan werd de band met het IVN losser. Schoolbiologische diensten ontwikkelden zich steeds meer tot NME-centra.